De Internationale

De Vierde Internationale


Geschreven: 1972
Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, oktober-november-december 1972, nr. 1, jg. 1.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren?

Laatst bijgewerkt:


Argentinië

De ERP aan de spits van de revolutionaire strijd

De Ejército Revolucionario del Pueblo (Revolutionair volksleger) is volgens de meeste linkse commentatoren in Latijns-Amerika, samen met de Uruguayaanse Tupamaros, de best gestructureerde en de politiek meest bewuste guerrillabeweging. De massamedia en de bourgeoispers in West-Europa brengen slechts verslag uit over de sensationele ‘excessen’ van de revolutionaire strijd (bankovervallen, kidnapping van Sallustro...). In werkelijkheid berusten deze acties op een nauwkeurig uitgewerkte strategie.

De ERP is de gewapende “arm” van de PRT (Revolutionaire Arbeiderspartij), de Argentijnse afdeling van de Vierde Internationale, zonder dat de inschakeling in de ERP van de militanten daarop het aanvaarden impliceert van heel het revolutionair programma.

Sedert de guerrillabeweging van Che Guevara en haar ongelukkige afloop, is de discussie over de gewapende strijd volop geëvolueerd in de Latijns-Amerikaanse voorhoede. Een deel ervan heeft zich van de gewapende strijd afgekeerd voor de “parlementaire en vreedzame overgang naar het socialisme” (beste voorbeeld is Régis Debray); voor de rest heeft de discussie zich verder uitgediept.

Onze kameraden hebben van in den beginne, tegen alle politieke afwijkingen, de idee verdedigd van een globale strategie van verlengde en gecombineerde gewapende strijd op continentale schaal. Dit was de belangrijkste strategische conclusie aangaande Latijns-Amerika, uitgewerkt door het 9e wereldcongres van onze organisatie in 1969. De PRT heeft deze conclusie hetzelfde jaar nog voor Argentinië uitgewerkt en het is dan dat de ERP is ontstaan: “Deze inspanning van deze actie maakt deel uit van de arbeidersstrijd onder de vorm van de GRP, ontstaan uit het volk en in dienst van het volk. Wij willen bijdragen aan de organisatie en aan de revolutionaire mobilisatie van de arbeidersklasse. Zonder de deelname van de massa’s is zelfs de kleinste overwinning onmogelijk. De macht van het volk moet in heel zijn houding tot uiting komen en haar ruggengraat zal de ERP zijn. Boven de leiders die verraden hebben, moeten nieuwe strijdvormen en organisaties ontstaan: ERP-commando’s in de bedrijven, syndicale groepen van de ERP en alle mogelijke organisatievormen van de volksstrijd.”

In de eerste plaats, vecht de PRT tegen alle spontane opvattingen die de noodzaak van een revolutionaire partij ontkennen om de bourgeoisie omver te werpen. De gewapende strijd is vanaf heden onvermijdelijk om de partij op te bouwen en om de ‘normale’ taken van de klassenstrijd uit te voeren.

Daarnaast, tegen een variante van dit spontaneisme op het militaire vlak: het zgn. “militarisme” of “foquisme”. Dit gaat er in feite van uit dat de gewapende strijd op zichzelf de globale klassenstrijd kan doen losbreken, die in feite wordt herleid tot een strijd tegen het burgerlijk repressieapparaat.

Ten slotte tegen een afwijking die in Argentinië veel voorkomt, wegens de ontwikkelde structuur van de arbeidersbeweging: het “zuivere syndicalisme”, dat in feite een vorm van reformisme is omdat het ervan uitgaat dat zonder gewapende strijd de economische eisenstrijd mogelijk is onder de militaire dictatuur (laat staan de overwinning van het socialisme).

De PRT combineert deze strijdvormen: in de belangrijke bedrijven vormt zij syndicale groepen ondersteund door zelfverdedigingsgroepen die stakingen en betogingen beschermen; daarnaast autonome gewapende acties in rechtstreeks verband met de massastrijd in de volksbuurten, tegen het repressieapparaat, tegen de banken... De repressie die tegen de ERP wordt gevoerd (de slachtpartij van Trelew) bewijst de schrik van een militaire dictatuur die democratische toegevingen wil doen aan de reformistische vleugel van het peronisme zonder de revolutionaire beweging te tolereren.

Chili: de KP tegen revolutionaire publicatie

De uitgave van Trotski’s Geschiedenis van de Russische Revolutie door de Chileense staatsuitgeverij werd een groot succes. De eerste oplage van 8.000 exemplaren was uitverkocht op 2 weken. Een tweede druk van 15.000 exemplaren zal weldra verschijnen.

Deze uitgave is een belangrijke overwinning van de arbeidersdemocratie in Chili. Inderdaad, de communistische partij die overigens de persvrijheid garandeert voor de burgerij en de uiterst rechterzijde, probeerde net alle middelen de publicatie van het boek te verhinderen. De ideologische leider van de KP ging persoonlijk naar de uitgeverij de stopzetting van het drukken eisen. Met een motie gestemd op het Centraal Comité van de Chileense KP van 15 maart 1972, protesteerde de KP trouwens openlijk tegen de uitgave van Trotski.

Onmiddellijke bevrijding van de Chinese trotskisten

Er bestaat een grote onwetendheid aangaande de activiteiten van de IVe Internationale in het “Verre oosten”, o.m. in China, Indochina, Indonesië... waar het trotskisme, telkens de revolutionaire strijd oplaaide, een belangrijke rol heeft gespeeld. Wij zullen daarop in “De Internationale” nog terugkomen. Wat hier volgt is een resolutie aangenomen door het Verenigd Secretariaat van 16 april 1972. Ze bewijst niet alleen de repressie van de Chinese stalinisten tegen de revolutionaire marxisten; de revolutionaire loopbaan van onze aangehouden kameraden is als het ware vervlochten met de bevrijdingsstrijd van het Chinese proletariaat.

Aangehouden in de Chinese Volksrepubliek sedert december 1952 – januari 1953, bevinden zich nog een aantal Chinese trotskisten in de gevangenis zonder enige vorm van proces.

Hun gevangenzetting zonder proces is volledig illegaal: volgens artikel 87 van de grondwet van de Chinese Volksrepubliek hebben “de burgers van de CVR de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid, de vrijheid tot vergaderen en de vrijheid van betoging. De staat garandeert het gebruik van deze vrijheden door de materiële middelen ertoe beschikbaar te stellen.”

Onder deze gevangenen vindt men:

- CHEN CHAO LIN, stichtend lid van de KP, later van de Chinese trotskistische beweging. Chen werd geboren in 1901. Na met Chou en Lai en Chen Yi (ex-minister van landsverdediging van de CVR) op het einde van de Eerste Wereldoorlog in Parijs te hebben gewerkt, studeerde hij in Moskou aan de Communistische Universiteit van de Arbeiders van het Oosten. In 1925 keerde hij terug naar China als lid van het CC van de KP. Engels, Duits, Frans en Russisch kennend vertaalde hij marxistische werken in het Chinees en werd verantwoordelijk voor de kadervorming in de jeugd. Hij speelde een belangrijke rol in Wuhan tijdens de revolutie van 1925-27.

Na de nederlaag werd Chen trotskist. Hij werd aangehouden door de politie van de Kwomintang en veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. Hij werd na 7 jaar vrijgelaten, in het jaar 1937, bij het begin van de Japans-Chinese oorlog. Hij vertaalde dan de werken van Trotski in het Chinees en later in 1945 verzorgde hij de uitgave van het tweewekelijks blad “Het nieuwe vaandel” dat door de Kwomintang was verboden.

Bij de bevrijding van Sjanghai door het Nationaal Bevrijdingsleger vestigden zich een aantal trotskisten te Hongkong en zetten hun politieke activiteiten van daaruit voort. Chen bleef ter plaatse en militeerde tot bij zijn aanhouding. Chen bracht 27 jaar van zijn leven in de gevangenis door (7 onder Tsjang en 20 onder Mao): hij is nu bijna 72 jaar oud.

- CHIANG TSENG TUNG, actief leider van de arbeidersbeweging van Sjanghai. Hij nam deel aan de algemene staking en de opstand van 1925. Hij zette zijn werk als revolutionair arbeider voort tijdens de dictatuur van de Kwomintang, onder de vlag van de IVe Internationale. De politie van Mao arresteerde hem in 1952: als hij nog in leven is moet hij ongeveer 62 jaar oud zijn.

- CHOU JEN SEN, revolutionair intellectueel, onderwees op de hogeschool. Hij werd aangehouden in de haven van Amov. Men vermoedt dat hij in Sjanghai gevangen zit.

- HO CHI SEN, studentenleider van Peking in de jaren ’20 en lid van de KP onmiddellijk na de stichting. Hij speelt een leidende rol naast Mao tijdens de noordelijke expeditie van het revolutionair leger van Kwang-tung, eerst in Wuhan en later in de provincie Hunan. Deze expeditie die vanuit Kanton startte moest het land bevrijden van de oorlogsheren (1925-27). Na de contrarevolutie van Tsjang Kai Shek te Sjanghai (april 1927) werkte hij mee aan de heropbouw van de KP in de clandestiniteit. In 1929 (volgens Chen Du Shiu) wordt hij trotskist met het inzicht van het verkeerde karakter van de lijn door de Komintern aan de Chinese KP opgelegd. Hij vertegenwoordigde de “Proletariërs”, één van de vier trotskistische groepen die in 1931 fusioneerden om de Communistische Liga van China te vormen, welke in 1938 de Chinese afdeling van de Vierde Internationale werd. Ho had reeds een slechte gezondheid toen zijn “oude vriend” Mao hem achter de tralies zette. Men weet niets meer van hem sedert verscheidene jaren. Als hij nog leeft moet hij bijna 75 jaar zijn. We hebben redenen om te vrezen dat hij stierf in een dwangarbeidskamp.

- LING HWER HUA. Deze veteraan van de revolutionaire strijd was lid van het Uitvoerend Comité van de Drukkersunie van Kanton toen de politie van Mao hem in 1952 arresteerde. Hij werd naar Wuhan gebracht met andere aangehouden trotskisten uit het zuidwesten en tot levenslange dwangarbeid veroordeeld. Geen enkel bericht van hem heeft de buitenwereld nog ontvangen. Als hij nog leeft is hij ouder dan 50 jaar.

- LING, SUN SHI, lector aan de universiteit Sun Yat Sen van Kanton. Hij werd aangehouden in ’53 na de massabewegingen op het einde van het voorgaande jaar. Zijn lot is ons onbekend.

- WANG KUO LUNG, professor zoals Chou Jen Sen. Aangehouden te Wenchow. Men denkt dat hij te Sjanghai gevangen zit.

- YING KWAN, studeerde in Frankrijk met Chou en Lai (1920). Hij militeert in 1923 in de Franse afdeling van de Chinese Socialistische Jeugd, samen met Chen Yi en Li Fu Chwang (lid van het PB van de Chinese KP), als voorzitter van het organisatiecomité. In 1924 wordt hij secretaris van de Chinese KP voor de provincie Shantung, nadat hij eerst secretaris voor Europa was geweest van de Chinese Socialistische Partij. In 1925 is hij regionaal secretaris van het Regionaal Comité van Sjanghai, waarvan ook Chen Pi Lan lid was. Leider van de revolutie van 1925-27 in centraal China werd hij in 1929 trotskist en werkte aan de vereniging van de verschillende bestaande groepen. In 1932 werd hij door de Kwomintang aangehouden en in 1934 vrijgelaten. Hij werd onmiddellijk weer aangehouden en in 1937 bij de Japans-Chinese oorlog weer vrijgelaten. Tijdens de oorlog werkte hij tussen de studenten. Hij hernam dan het politiek werk te Sjanghai tot zijn aanhouding door de politie van Mao. Als hij nog leeft is hij bij de 72 jaar.

Dit is slechts een klein gedeelte van de aangehouden trotskisten in China. Naast deze veteranen van de beweging, werd een hele groep jonge militanten gevangen gezet. Sommigen werden veroordeeld tot 5 en 10 jaar dwangarbeid. Het is mogelijk dat enkelen onder hen werden vrijgelaten, maar we weten niet onder welke voorwaarden. Bovendien blijven we in onwetendheid over het lot van de familieleden van deze politieke gevangenen, die ook werden gearresteerd.

Het Mao-regime moet informatie geven over het lot van deze politieke gevangenen: zijn ze nog in leven? Werden enkelen onder hen veroordeeld in geheime processen? Van welke misdrijven werden ze beschuldigd?

De geheimdoenerij rond deze gevangennemingen laat niets goeds vermoeden over de toepassing van de grondwet in China. Zij getuigt integendeel van het feit dat de arrestaties tegen de grondwet, die “de vrijheid van meningsuiting garandeert”, ingingen. Als dit niet het geval was, waarom gaf de Chinese regering hen dan geen publiek proces?

We eisen van de Mao-regering dat ze de rechten die de grondwet voorziet eerbiedigt!

We eisen de eerbiediging van de arbeidersdemocratie in China!

We eisen de vrijlating van de Chinese trotskisten!

We vragen aan alle organisaties die de Chinese Volksrepubliek tegen haar vijanden heeft verdedigd, die de Chinese revolutie hebben gesteund, stelling te nemen in deze zaak, teneinde het stilzwijgen van de Chinese leiding te doorbreken.

Engeland: fusiecongres IMG-SL

Meer dan 500 militanten namen, van 27 tot 29 mei 1972, deel aan het fusiecongres van de “International Marxist Group” (IMG) de Britse afdeling van de IVe Internationale, en de Spartacus League (SL).

De SL is een jeugdorganisatie die vnl. rond imperialistische thema’s en de studentenstrijd na 1968 zich heeft ontwikkeld. Zoals in verschillende andere West-Europese landen het geval is geweest, drukte de radicalisatie van de jeugdige voorhoede, die met reformisme en stalinisme wilden breken, zich, ook in Engeland, uit in de opbouw van een jongerenorganisatie die echter in de praktijk de rol vervulde van de embryonale revolutionaire beweging.

De fusie (waarbij de naam IMG behouden bleef) stond daarmee op de dagorde.

Alle Europese en Amerikaanse afdelingen hadden ofwel begroetingsmoties of afgevaardigden gestuurd. Een vertegenwoordiger van de IRA (provisionals) woonde eveneens het congres bij.

Aan het congres was een brede democratische discussie voorafgegaan. Vier verschillende politieke standpunten aangaande de te volgen oriëntatie waren naar voren gekomen. De meningsverschillen liepen voornamelijk over de precieze ordewoorden inzake steun aan de Ierse bevrijdingsstrijd, de syndicale werking en de tussenkomsten in de bedrijven, de vrouwenemancipatie, studentenwerking en, vanzelfsprekend, de algemene politieke situatie (o.m. van de Labourpartij). Het meerderheidsdocument werd goedgekeurd met 86 voor, 19 tegen en 23 onthoudingen. Ten slotte werd een nieuw Nationaal Comité verkozen van 21 leden en 14 vervangers.

Vermelden we dat “Red Mole” voortaan orgaan wordt van de IMG en tot weekblad wordt omgevormd.

Hugo Blanco aangehouden in Argentinië

Onze kameraad Hugo Blanco, de bekende Peruviaanse boerenleider, die uit de gevangenis ontrukt is door een internationale campagne, is aangehouden en opgesloten in Argentinië sedert 12 juli 1972. H. Blanco die uit Peru gewezen en naar Mexico uitgeweken was, werd opnieuw uit dit laatste land gezet naar Argentinië.

Ook daar oefent zich de druk uit van de Peruviaanse heersende klasse die in Hugo Blanco de revolutionaire leider vreest die op ieder ogenblik in staat is de strijd van de onderdrukte massa’s te galvaniseren en te oriënteren, zolang hij in Latijns-Amerika verblijft! Reeds is aangekondigd dat Blanco niet in Chili zal toegelaten worden omdat dit land een gemeenschappelijke grens heeft met Peru!

Brede sectoren van de Argentijnse arbeidersklasse zijn overgegaan tot de vorming van een verdedigingscomité dat personaliteiten groepeert van de Socialistische Partij, Socialistische Volkspartij, het Links Volksfront, de peronistische Justicialistische Partij... In een motie van 7 augustus heeft het machtige peronistische vakverbond, CGT, van de regering geëist dat Hugo Blanco wordt vrijgelaten met het recht in Argentinië te blijven.

Internationale campagne van het imperialisme tegen de IVe Internationale

Een internationale campagne, zo niet gecoördineerd dan toch ge“post-synchroniseerd”, wordt door het imperialisme tegen de revolutionaire beweging en, in het bijzonder tegen de IVe Internationale gevoerd sedert september 1972. Dit houdt rechtstreeks verband met een politieke conclusie die de internationale bourgeoisie heeft getrokken na de Meirevolutie 1968 in Frankrijk: de arbeidersklasse is niet “geïntegreerd” in de “consumptiemaatschappij” en is in staat om plotseling over te gaan tot revolutionaire klassenstrijd; deze mogelijkheid en dit “gevaar” worden groter naarmate brede lagen van de jeugd in staat zijn zich met de arbeidersvoorhoede te verbinden.

Vier jaar na de Franse mei richt het internationaal kapitalisme haar batterijen op de organisatie die de revolutionaire verlangens van de arbeidersbeweging op de best overdachte en ernstigst georganiseerde manier vertolkt: de IVe Internationale.

Eerste etappe: in het vuur van de strijd, klopt de bourgeoisie naar het hoofd op een administratief-repressieve manier. In Frankrijk worden een reeks revolutionaire leiders, naast Cohn-Bendit, onze kameraden E. Mandel, Livio Maitan, Joe Hansen, Tariq Ali uit het land gezet. In België worden ter gelegenheid van meetings de kd. Bensaïd, Krivine, ... de toegang tot het land ontzegd. E. Mandel wordt in september 1969 de toegang tot de USA ontzegd op basis van een anticommunistische MacCarthy-wetgeving. De achtergrond is nog dubbelzinnig: een deel van de heersende klasse in de USA verdedigt de “vrije meningsuiting”, tegen het reactionairste deel van de Nixon-administratie.

Ondertussen is de klassenstrijd verscherpt: de toestand van de revolutionaire beweging evolueert in gunstige zin, de bourgeoisie tracht een coherentere indijkingspolitiek te bepalen.

Na het inreisverbod in Zwitserland, wordt E. Mandel het lesgeven, het spreken en zelfs het doorreizen verboden in West-Duitsland. Dit laatste verbod, dat een precedent dreigt te worden (morgen Engeland, Italië, Nederland...?), grijpt plaats in een zich veralgemenende conjunctuur van repressie tegen heel de antikapitalistische linkerzijde in Duitsland

Ondertussen is er iets veranderd: de nieuwe “liberale” sectoren van het imperialisme hebben schrik gekregen van de wassende revolutionaire golf en de terroristische aanslagen van september 1972 zijn een voorwendsel om een algemene aanval te lanceren op de IVe Internationale. “Newsweek” (van 25 september) is het eerste grote “democratische” weekblad om de idee van het Grote Internationale Terroristische Complot voedsel te geven, alles geïnspireerd door onze organisatie: wapenleveringen, aanslagen, poging tot het uitlokken van fascistische regimes (!) ... Daarnaast manifeste leugens: de IVe zou opgericht zijn twee jaar geleden te Brussel!

Dezelfde week nog neemt het blad van de Britse financiële middens, de zo geroemde “Economist” dezelfde beschuldigingen over, doch voegt eraan toe dat “naar beweerd wordt, de IVe Internationale met zijn hoofdkwartier in Brussel, hulp heeft gegeven met transport en hulpmiddelen, met het coördineren van de complexe operatie waarbij de Japanse terroristen van de Rode Leger Fractie rond Europa vlogen, en hen voorzien heeft van Tsjechische (!) wapens, die ze gebruikt hebben om de passagiers neer te maaien op het Ludda vliegveld in mei.”

Laatste stuk van het (voorlopige)dossier: de reactionaire Belgische krant, representatief voor een deel van de bourgeoisie, “La Libre Belgique”, herneemt in het kader van een eerste pagina-artikel “Is het terrorisme zich aan het internationaliseren?”, dezelfde beschuldigingen, hoewel de krant er voorzichtig aan toevoegt dat over de deelname van de IVe aan deze terroristische praktijken “vanzelfsprekend (!) geen bewijzen bestaan” (“La Libre Belgique”, 16 okt.). Blijkbaar na enige aarzeling publiceerde deze krant op volkomen wettelijke wijze, met een zuurzoet commentaar, het recht op antwoord dat Ernest Mandel haar toezond (20 oktober).

Deze internationale campagne vertolkt een bewustwording van de imperialistische bourgeoisie aangaande de opkomende revolutionaire golf in de wereld, haar interne dialectiek die steeds meer haar internationaal karakter op de voorgrond brengt en haar best georganiseerde onafhankelijke revolutionaire leiding, de IVe Internationale.

Doch de bourgeoisie heeft een “politieopvatting” van de geschiedenis en van de sociale processen: moeilijkheden hebben geen objectieve grondslag in de contradicties van het systeem zelf; zij zijn het gevolg van “duistere criminele machten”, “beroepsagitatoren”, “oproerkraaiers” die er als bij toverslag in slagen om honderdduizenden studenten en miljoenen arbeiders in antikapitalistische acties te betrekken!

De bedoeling is het psychologische en politieke klimaat te scheppen om tot een selectieve repressie tegen de revolutionaire beweging over te gaan, na haar van de rest van de arbeidersbeweging geïsoleerd te hebben en de democratische “publieke opinie” te hebben lamgelegd.

Op termijn is echter heel de arbeidersbeweging en in het bijzonder de syndicale beweging geviseerd. Want ofwel uit inzicht ofwel uit praktische ervaring, leert de bourgeoisie dat de arbeidersklasse niet kan “gecommandeerd” worden (zelfs niet door een “Rood Leger”), maar in zichzelf te allen tijde de nodige veerkracht en slagvaardigheid opbrengt om tot klassenstrijd over te gaan. Tegen deze haat- en repressiecampagne stelt de IVe Internationale een eenheidsfront voor van heel de arbeidersbeweging voor de verdediging der democratische en syndicale vrijheden op basis van het principe: een aanval op een deel, is een aanval op heel de arbeidersbeweging!



een rode leeszetel





QRcode MIA-Nederlandstalig
Lezen
Marxistisch Internet Archief
Algemeen Archief
Selectie marxisten
Documenten
Filosofie
Thema’s
Arbeidersbeweging
Woordenboek
Wat ?
Wat is marxisme
Over ons
Andere talen
Auteurswet
Citeren
Disclaimer
Doen
Zoeken
Nieuwe teksten
Werk mee
Contact
Reclame

RSS