Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, 1971, nr. 4, jg. 14
Copyright: De Internationale
Deze versie: Spelling aangepast
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
De conferentie van de Nederlandse Sectie van de Revolutionair-Marxistische Tendens van de Vierde Internationale vond oktober jl. plaats. Het Internationaal Bureau van de tendens was vertegenwoordigd door een delegatie. Ter beoordeling lagen er drie ontwerpresoluties, product van een lange periode van discussie over een nadere politieke plaatsbepaling van de sectie. Hiermee werd een hele ontwikkelingsgang afgerond die eigenlijk begon met de totstandkoming van de internationale tendens als oppositie in de Vierde Internationale, waaruit zij in 1965 werd uitgesloten. De kritiek van de tendens betrof toen de kwestie van het recht van tendens binnen de Internationale; de onvoldoende ondersteuning van de koloniale revolutie. De onderneming [tikfout in het origineel: “onderning”] van de beweging van Roberto Holden en zijn GRAE tegenover de werkelijke bevrijdingsbeweging in Angola de MPLA; de te onkritische “kritische ondersteuning” van de Chinese communisten; de opvatting omtrent het werk in de sociaaldemocratische massabeweging; en enkele minder belangrijke zaken.
Sindsdien hebben zich belangrijke nieuwe ontwikkelingen voorgedaan in de verschillende stromingen van de internationale trotskistische beweging. De meerderheidsbeweging, het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale heeft op de fundamentele punten haar positie in gunstige zin herzien, waardoor de toenmalige bezwaren, naar de mening van de Nederlandse sectie zijn weggevallen.
Anderzijds heeft de Revolutionair-Marxistische Tendens een aantal standpunten ontwikkeld, die ons inziens, neerkwamen op een ernstige verzwakking van de wezenlijke leninistische beginselen van de Vierde Internationale. Dit spitste zich vooral toe op een vervaging van het principe van de noodzaak van de revolutionair-marxistische partij, op nationaal en internationaal vlak; de noodzaak van de opbouw van een Vierde Internationale als enig alternatief op het falen van de traditionele arbeidersbeweging en de fundamentele onmogelijkheid dat uit het proces van de klassenstrijd spontaan een nieuwe revolutionaire leiding tot stand kan komen. Deze vervaging kwam o.a. tot uitdrukking in het laten vallen door de Franse sectie van de tendens van de naam van sectie van de Revolutionair-Marxistische Tendens van de Vierde Internationale. Verder was er sterke overschatting aan te wijzen van het ontbureaucratiseringsproces in Joegoslavië, dat voorbijging aan de ernstige verwordingsverschijnselen in de economische ontwikkeling, m.n. wat betreft de gevaarlijke uitbreiding van de marktsector.
Door dit alles is er een steeds grotere afstand ontstaan tussen de Internationale Tendens en de Nederlandse Sectie, die geleidelijk tussen beide internationale stromingen in kwam te staan. Deze ontwikkeling kwam reeds geruime tijd tot uitdrukking in het orgaan De Internationale en in de praktische politieke opstelling, gericht op de eenheid van alle serieuze revolutionair-marxistische, van alle werkelijk trotskistische stromingen en elementen. De huidige politieke positie van de sectie kwam tot uitdrukking in de resoluties, waarvan we hier enkele punten noemen.
De opgaande lange conjunctuurgolf nadert haar einde, wat ten gevolge heeft dat in de volgende lange golfbeweging ernstiger crises te verwachten zijn dan in de voorafgaande periode. De door anticrisismaatregelen veroorzaakte buitengewoon ernstige inflatie in de Verenigde Staten heeft een punt bereikt waarop de rentevoet de winstvoet gevaarlijk dicht gaat naderen. Deze ontwikkeling leidde tot een verzwakking van de dollar wat een internationale monetaire crisis teweeg bracht. De kapitalistische tegenstrijdigheden die aan deze ontwikkeling ten grondslag liggen zullen zeker geen halt houden bij de Amerikaanse grenzen.
De kapitalistische wereld wordt er door haar moeilijkheden toe gebracht te streven naar verdere opening van de markten van de arbeidersstaten voor de export van waren en kapitaal, ten einde de eigen positie enigszins te stabiliseren.
Het Nederlandse kapitalisme gaat met zijn grote diepte-investeringen en onvermijdelijke winstvoetdaling en rentestijging de Amerikaanse weg op. Doordat het echter nog een industrialiseringsachterstand moet inhalen, is er nog enige speling voor looneisen.
Deze hele ontwikkelingstendens opent de mogelijkheid van een periode van spontane maar nog voornamelijk economische arbeidersacties op grotere schaal.
De revolutie in de derde wereld heeft een buitengewoon sterke rol gespeeld in het politiseringproces vooral van de radicale jongeren in de ontwikkelde kapitalistische wereld. Tegelijkertijd ontstonden er in deze periode theorieën die neerkwamen op een uitsluitende oriëntering op de koloniale revolutie en een ernstige onderschatting van de betekenis en de kracht van de Europese arbeidersklasse, wat een rem vormde voor de opbouw van revolutionaire partijen en voor de strijd in West-Europa. Centraal staat in de nieuwe politieke ontwikkeling in de ontwikkelde kapitalistische wereld, de jeugdrevolte. Naast de factor van de onzekere, proletarische toekomst voor studenten en scholieren, kan gewezen worden op:
- de crisis van de burgerlijke opleidingsstructuren, bepaald door de in het kapitalisme onoplosbare tegenstelling tussen de noodzaak tot ontwikkeling van de productiekrachten mede door verhoging van het algemene scholingspeil, en de noodzaak om de sociale productie verhoudingen te handhaven, o.a. door meer selectieve toelating tot hogere onderwijsinstellingen en door versnippering van gespecialiseerde kennis.
- de crisis van het imperialisme en van de traditionele arbeidersbeweging, die het politiek karakter van de jongerenradicalisering bevorderen. Een crisis van het imperialisme die tot uitdrukking komt in de groeiende economische kloof tussen arme semikoloniale- en rijke kapitalistische landen; in de koloniale revolutie; in imperialistische onderdrukkingsoorlogen; en in succesvolle revolutionaire strijd (China, Cuba, Vietnam enz.) die steeds grotere gebieden aan de kapitalistische uitbuiting onttrekt. Een crisis in de stalinistische beweging die wordt gevoed door toenemende inwendige tegenstellingen in de arbeidersstaten en door de groei van de antibureaucratische strijd in een aantal arbeidersstaten. Hierdoor zal het stalinisme, zeker bij de jongeren die daaraan geen traditionele binding hebben geen blijvende invloed kunnen uitoefenen.
- de crisis van de burgerlijke ideologie, gevolg van de historisch neergaande periode van het kapitalisme dat steeds meer, zich bedreigd voelend, zijn oude liberale ideeën vervangt door reactionair-conformistische ideologieën. De tegenstelling tussen de objectieve mogelijkheden die het kapitalisme heeft ontwikkeld, en genoemde ontwikkelingen worden het allereerst ervaren door de studenten, traditioneel de dragers en voortzetters van de burgerlijke ideologie.
De in 1967-68 ingezette nieuwe periode in de klassenstrijd in de hoogontwikkelde kapitalistische landen, samenhangend met het komende einde van de opgaande lange conjunctuurgolf, bracht een duidelijker oriëntering van de studenten op de arbeidersklasse met zich mee; en in de communistische beweging leidde dit tot een aantal afsplitsingen, die ernaar tenderen, samen met de maoïstische beweging, en in de plaats van, min of meer, het oude centrisme (PSU, PSIUP) een nieuw Europees centrisme te gaan vormen.
Gezien het volstrekte falen van de traditionele arbeidersbeweging (sociaaldemocratie en stalinisme) in al zijn varianten en opposities ook, is het, bij het vooruitzicht van verscherpte klassenstrijd, noodzakelijk dat de IVe Internationale dit vacuüm opvult, zowel wat het revolutionair perspectief voor de studenten en jongeren betreft als wat het ingrijpen in de klassenstrijd aangaat.
De historische ontwikkeling zelf weerlegt telkens opnieuw de illusie dat uit de strijd van de massa van de arbeiders en jongeren zelf spontaan de revolutionaire organisaties tot stand zullen komen, die in staat zijn de massa aan te voeren in de strijd om de verovering van de macht. Hierdoor wordt de historische noodzaak bevestigd van de opbouw van revolutionaire voorhoedeorganisaties, die zich in de loop van de klassenstrijd kunnen ontwikkelen tot arbeiderspartijen, in staat om in een revolutionaire situatie de massa te leiden naar het ten val brengen van het kapitalisme. De mogelijkheid tot de vorming van die voorhoedeorganisaties, is gegeven met de massale revolutionaire ontwikkeling onder de jongeren; en dat zo zeer dat waarschijnlijk voor een hele periode de ontwikkeling van die organisaties over dit jongerenmilieu zal verlopen. Het is noodzakelijk om die organisaties duidelijk ideologisch-programmatisch en organisatorisch uit te rusten, ter scherpe onderscheiding van alle reformistische, centristische en links-centristische stromingen. Dit moet vooral worden uitgewerkt ten aanzien van de revolutionaire strijd om de macht; het proletarisch internationalisme; de democratisch-centralistische opbouw van de organisaties; de strijd voor de politieke revolutie in de arbeidersstaten en voor de vestiging van de proletarische democratie.
Het slop waarin telkens weer alle oppositionele tendenties in de sociaaldemocratische en de traditioneel-commuistische sfeer geraken, bevestigd dat van hieruit geen positieve aanknopingspunten gevonden kunnen worden voor de voorbereiding van revolutionaire partijen. Die liggen allereerst in de sfeer van de radicale jongeren en studenten, die alle fasen doorliepen van strijd binnen de universiteit tot aan de huidige nog sterk arbeideristische politiseringsperiode, waarin niet alleen de maoïstische maar ook de stalinistische beweging veel vat op hen hebben gekregen. Iets wat mede te wijten was aan de zwakte van de trotskistische beweging. Maar, waar deze het stadium van propagandakern [sic – MIA] was gepasseerd bleek die beweging duidelijk te kunnen doorbreken naar het jongerenmilieu door het bieden van een alternatief. De Nederlandse situatie wordt nog steeds gekenmerkt door de zwakheid en versplintering van de arbeidersbeweging, de traditionele zwakheid ook van het marxisme, met alle problemen daarvan bij de voorbereiding van een revolutionaire voorhoede organisatie. Sterker dan elders is er sprake van een politiek vacuüm. Dit wordt niet gevuld door de PSP, die in haar rechtervleugel de functie vervuld van kleine linkerflank in het geleidelijk proces van voorbereiding van een kleinburgerlijk-democratische volkspartij van beter betaalde witteboord arbeiders, en zich buiten de klassenstrijd houdt. Met gedeeltelijk en tijdelijk succes streeft de maoïstische beweging er naar dit vacuüm op te vullen, maar zal hierin telkens moeten falen door stalinistische en economistische oriëntering, die geen wezenlijk alternatief vormt op het stalinistische reformisme van de CPN. Het is vooral deze organisatie die door haar verankering in delen van de arbeidersklasse, kans heeft gezien dit vacuüm deels te vullen en haar invloed sterk uit te breiden zowel onder arbeiders als onder studenten en jongeren.
Hoe groot ook de greep van de maoïstische en stalinistische beweging op de jongeren is, en waarschijnlijk zal zij dit nog wel enige tijd blijven vooral op de nog weinig gepolitiseerde elementen, mag zij ook weer niet worden overschat. Het is toch vaak: bij gebrek aan iets beters. De uiterste zwakheid van de trotskistische beweging heeft hierbij een niet onbelangrijke rol gespeeld; deze factor heeft ook negatief gewerkt bij de ontwikkeling van een linkse stroming in de PSP.
De Nederlandse sectie heeft sinds haar optreden als politieke partij direct na de tweede wereldoorlog verschillende fasen doorgemaakt om uiteindelijk in de laatste periode zich te oriënteren op de voorbereiding van een revolutionair-marxistische voorhoedeorganisatie, voorloper van een revolutionaire partij. Met de toenemende invloed van de revolutionair-marxistische ideeën over de hele wereld en met de voortdurende versterking van de trotskistische beweging, niet alleen in Frankrijk, is het politieke klimaat daartoe in gunstige zin voorbereid, ook in Nederland. De verdeeldheid in de internationale trotskistische beweging is daarbij echter een ernstige rem op de ontwikkeling. Derhalve is de Nederlandse sectie van mening dat er een fusie tot stand moet komen tussen de Internationale Revolutionair-Marxistische Tendens en het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale.
Met enkele kleine amendementen werden de resoluties aangenomen. Verder werd het besluit genomen om na een betrekkelijk korte periode (hoogstens enkele maanden) van bestudering en discussie van alle daarvoor benodigde documenten, een nieuwe conferentie moet plaats vinden waarop de uiteindelijke politieke en organisatorische conclusies zullen worden getrokken.