Bron: De Internationale, orgaan van de Nederlandse sectie van de IVe Internationale, dec. 1965, jg. 8.
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
Er zijn in Italië drie socialistische partijen namelijk de rechtse sociaal democratische partij( de PSDI van president Saragat), de Italiaanse socialistische partij (de PSI van Pietro Nenni de vice-premier) en de Italiaanse socialistische partij voor proletarische eenheid (PSIUP van Lelio Basso) De laatste partij ontstond op het moment dat de PSI van Nenni tot de regeringscoalitie van christendemocraten en rechtse sociaaldemocraten toetrad.
Het ziet er op dit moment naar uit, dat een fusie tussen de PSDI en de PSI de twee socialistische regeringspartijen binnen niet al te lange tijd te verwachten is. Bij regionale voorverkiezingen in de PSI over de samensmelting, verkreeg Nenni 78 % van de stemmen en Lombardi die er tegen is slechts 16 %. Zelfs al krijgen de aanhangers van Lombardi op het congres van de PSI dat een dezer dagen wordt gehouden er de 4 % stemmen bij die uitgebracht worden op regionale resoluties dan nog zijn zij ver af van de 40 % stemmen die de linkervleugel kreeg op het moment dat Nenni van de regering deel ging uitmaken.[1] Lombardi heeft echter aangekondigd dat hij geen vierde socialistische partij zal oprichten doch dat hij binnen de PSI zal blijven ijveren voor de totstandkoming van een volksfront waarin ook de communisten zullen zijn vertegenwoordigd.
De fusie tussen de PSI en de PSDI heeft alleen opportunistisch parlementaire gronden. Het zijn de verkiezingen van 1967 die zich aftekenen. Voor deze verkiezingen wil de nieuwe gefuseerde socialistische partij zich presenteren als alternatief tegenover de beide grootmachten van het land: de Christendemocratische partij en de Communistische Partij.
In de laatste week van oktober zijn het Centraal Comité en de Centrale Controle Commissie van de partij bijeen geweest om voorbereidingen te treffen voor het elfde partijcongres dat van 25 tot 30 januari 1966 te Rome zal worden gehouden.
Als men de gebeurtenissen in en rond de communistische partij uit de laatste twee jaar de revue laat passeren krijgt men een indruk van de enorme verwoestingen die het stalinisme in een communistische massapartij, die de Italiaanse partij nog steeds is, op ideologisch en praktisch politiek gebied heeft veroorzaakt.
Zo is er op het ogenblik een zeer sterke stroming of misschien wel een meerderheid in de CPI die de partij wil verdrinken in wat men noemt “de grote eenheidspartij van de arbeiders”. Een partij die zou moeten bestaan uit de socialistische partijen (waaronder ook de meest rechtse partij van Saragat) en de communistische partij.
Op 7 november publiceerde het blad van de partij L’Unita de thesen voor het elfde partijcongres. Na geconstateerd te hebben dat de coalitie van het “centrumlinks” (christendemocraten met de socialisten) mislukt is zeggen de thesen met betrekking tot de nieuwe partijformatie:
“Wij stellen niet een rekenkundige optelling van krachten op een algebraïsche politieke en ideologische formule voor, maar wij willen een proces naar de vorming van een eenheidspartij op gang brengen. Een partij die alle belangrijke elementen van revolutionaire ervaringen uit het verleden omvat en die thans de gang naar het socialisme eist.”
Een maand na de dood van Togliatti in de herfst van 1964 schreef Amendola in een artikel in L’Unita dat de coalitie van het centrum met links was mislukt. Hij stelde reeds toen voor een “nieuwe meerderheid” te scheppen door de partij te laten opgaan in een eenheid met de socialistische partijen. Dit artikel had een golf van protesten uit het apparaat en de basis van de partij tot gevolg. Pietro Ingrao, de voornaamste bestrijder van Amendola, werd tot leider van parlementsfractie gekozen, terwijl Amendola volkomen geïsoleerd werd. Thans is de toestand grondig gewijzigd. De algemeen secretaris van de partij, Luigi Longo, is de opvattingen van Amendola dicht genaderd. In zijn redevoering die hij in het Centraal Comité hield zei hij:
“De huidige coalitieregering heeft slechts als dekmantel gediend voor een proces van consolidatie en concentratie van het grootkapitaal. Hij heeft geen enkele van de beloofde hervormingen gebracht. Het is thans tijd voor de communistische partij om in het tegenoffensief te gaan door de christendemocraten van hun bondgenoten af te snijden en een eenheid van de linkse krachten tot stand te brengen.”
Uit de woorden van Longo blijken de illusies die de leiding van de CPI heeft gehad ten aanzien van de mogelijkheden tot het invoeren van hervormingen door rechtse socialisten in kapitalistisch Italië. Illusies die het gevolg zijn van ideologische ontbinding. Nieuwe frasen vervangen thans de oude. Het uitgangspunt blijft: het geloof in de mogelijkheid om langs parlementaire weg het socialisme te bereiken. Opheffing van de communistische partij en verbinding van de partij met alles was zich maar socialist wil noemen. Waarom? Om een parlementaire meerderheid te behalen. En dat noemt men dan “een partij die alle belangrijke elementen van revolutionaire ervaringen uit het verleden omvat en de weg naar het socialisme (via het parlement! H.R.) eist”. Het zijn frases, niets dan frases die het volkomen failliet van de partijpolitiek moeten verhullen. Lachwekkend is dat de reeds genoemde thesen voor het partijcongres vaststellen, “DAT DE COALITIE VAN HET CENTRUM MET LINKS IN STRIJD IS MET DE VERNIEUWENDE OPVATTINGEN VAN PAUS JOHANNES XXIII”.
Op het gebied van de buitenlandse politiek zijn de opvattingen van de communistische leiders niet minder gedegenereerd. Zo wordt met betrekking van de EEG (het Verdrag van Rome dat door de kapitalisten van zes Europese landen gesloten werd om hun posities te versterken tegenover Amerika, de koloniale revolutie, de arbeidersstaten en de arbeidersmassa’s in de kapitalistische landen) in de thesen gezegd “dat de EEG gewijzigd dient te worden door een herziening van het Verdrag van Rome.” Geen afbraak van de supranationale kapitalistische instellingen van de Europese Gemeenschap maar herziening! Neen verbetering.
Het beeld dat wij in Italië zien is weinig verheffend. Twee socialistische partijen waarvan de leiders respectievelijk president en vicepremier zijn in een bourgeoisregime. De beide partijen bereiden een fusie voor om steviger basis te verkrijgen voor hun parlementair opportunisme. Objectief beschouwd een nieuwe draai naar rechts.
Wat stellen de communisten daar tegenover?
De vorming van een “eenheidspartij” met deze beide regeringspartijen “om de weg naar het socialisme in te slaan.” Men behoeft geen profeet te zijn om te zien dat de politiek van de communistische leiders in de komende periode steeds rechtser zal worden. Als het komende congres van de Italiaanse communistische partij het voortgaan op deze schandelijke weg van verraad aan het marxisme-leninisme niet weet te stoppen zal men evenmin een oplossing vinden om de massale uittocht uit de partij tot staan te brengen.
H. RUBENS
_______________
[1] Inmiddels heeft het congres van de PSI plaatsgevonden en zoals insiders voorspelden werd het besluit om de scheuring van 1947 tussen de PSI en de PSDI met 80 % stemmen vóór en 20 % tegen genomen.
Nenni heeft zijn tegenstanders tijdens het congres op de geijkte sociaaldemocratische manier bestreden namelijk door hen te drukken op de stalinistische verwording van de communistische beweging. Hij zei o.a.: “De dictatuur van het proletariaat is de heerschappij van de partij over de arbeiders geworden: van het apparaat over de partij en vaak van één man over het apparaat. Een permanent systeem van bureaucratie uitgaande van de top.” De PSI heeft zich uitgesproken voor de voortzetting van de regeringscoalitie en tegen ieder samengaan met de communistische partij. Het antwoord is nu aan het congres van de communistische partij dat in januari 1966 zal worden gehouden.
H.R.