Geschreven: 6 juni 1884
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009
Laatste bewerking: 09 februari 2009
6 juni 1884
Eerder dan ik verwachtte heeft vriend Bismarck zijn broek losgeknoopt en aan het bijeen gestroomde volk de achterkant van zijn recht op arbeid getoond: de Engelse armenwet van Elisabeths 43-jarig koningschap gecombineerd met een verbeterde uitgave van de ‘bastilles’ uit 1834. Hoe verheugend voor Blos, Geiser & Co, die reeds lang rondlopen met dit recht op arbeid en er kennelijk al van uitgaan dat zij Bismarck in de knip hebben! Nu ik dit thema heb aangeroerd, moet ik ook vermelden dat het optreden van deze heren in de rijksdag (voor zover men kan nagaan in de slechte krantenverslagen) en in hun eigen pers mij er steeds meer van overtuigen, dat in elk geval ik me op geen enkele wijze aan hun kant zie en niets met hen gemeen heb. Deze zogenaamd ‘erudiete’, maar in werkelijkheid volkomen onwetende en hardleerse filantropen, die, in weerwil van Marx’ en mijn waarschuwingen door de jaren heen, niet alleen toegelaten maar ook geholpen werden in de fauteuils van het parlement — deze mensen krijgen naar mijn idee steeds meer en meer door dat ze de meerderheid van de fractie vormen en dat juist zij, die kwispelstaarten zodra Bismarck hun een brokje staatssocialisme toewerpt, er het meeste belang bij hebben dat de wet tegen de socialisten van kracht blijft en in het uiterste geval wordt toegepast met een protegerende hand boven zulke betrouwbare heren als zij zijn; daarbij blijkt weer eens, dat alleen mensen als jij en ik de regering in de weg zitten — want als dat stel zich van ons zou afscheiden, zou het zó kunnen aantonen dat tegenover hen helemaal geen uitsluitingswet nodig is.
Vertaald uit het Duits