Geschreven: 4 augustus 1879
Bron: Tegen het reformisme, Uitgeverij Progres, Moskou 1990. Een bundel teksten (extracten) rond het thema reformisme
Vertaling: Uitgeverij Progres
Deze versie: Spelling - Voetnoten zijn niet overgenomen
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive, februari 2009
Laatste bewerking: 08 februari 2009
4 augustus 1879
Beste Bebel!
Nadat ik u mijn laatste brief van 25 juli had gestuurd, informeerde Hirsch ons over zijn correspondentie met Bernstein en Liebknecht naar aanleiding van de nieuwe krant [Sozialdemokrat. Red.]. Te oordelen naar deze brieven staan de zaken er geheel anders voor dan wij konden aannemen op grond van uw brief.
Gezien het feit, dat Hirsch op zijn volstrekt gewettigde vragen welke besluiten zijn genomen en wie achter de krant zal staan en deze enerzijds financieren en anderzijds de teneur ervan bepalen, van Liebknecht geen antwoord heeft gekregen dan: ‘de partij plus Höchberg’ en ook de herhaaldelijke verzekering dat alles in orde is, — moesten wij reeds op grond hiervan veronderstellen dat de krant wordt gefinancierd door Höchberg en dat ‘wij’ aan wie volgens de brief aan E. Bernstein ‘de representatie en het toezicht’ zijn opgedragen, alweer diezelfde Höchberg en zijn secretaris Bernstein zijn.
De zojuist binnengekomen tweede brief van Bernstein aan Hirsch laat zien dat de zaken er inderdaad zo voorstaan.
Waarschijnlijk wordt u na dit alles duidelijk, dat de fouten, waartegen ik in mijn laatste brief gewaarschuwd heb nu onvermijdelijk de krant zullen kenmerken. Höchberg heeft aangetoond dat hij op het theoretische vlak een groot warhoofd is en in praktijk wordt hij meegesleept door een onhoudbare drang om aan te pappen met een ieder die zijn visies voor socialistische of zelfs gewoon voor sociale uitgeeft. In de Zukunft heeft hij al laten zien wat hij waard is zowel op het theoretische vlak als in de praktijk heeft hij alleen maar de partij gecompromitteerd.
De partij heeft vóór alles een politiek orgaan nodig. Doch Höchberg is, werkelijk, in het gunstigste geval een volkomen politisch mens, hij is zelfs geen sociaaldemocraat, maar een sociaalfilantroop. Volgens Bernsteins brief moet de krant ook helemaal niet politiek zijn, maar slechts in principe socialistisch, dus in zulke handen onvermijdelijk sociaal-fantastisch, een soort vervolg op de Zukunft. Zulk een krant zal de partij alleen in dat geval vertegenwoordigen, indien deze laatste zo diep wil gaan om de achterhoede te vormen van Höchberg en zijn kathedersocialistische vrienden. Als de partijleiders het in hun hoofd zouden halen om het proletariaat onder leiding te stellen van Höchberg en zijn vrienden met hun vage visies, dan zouden de arbeiders daar nauwelijks op ingaan en dat zou onvermijdelijk een scheuring betekenen en desorganisatie; dat zou een geweldige triomf zijn voor Most en zijn schreeuwers hier.
Gezien deze omstandigheden waarover wij niets wisten toen ik mijn laatste brief schreef, vinden wij dat Hirsch volkomen gelijk heeft als hij zich verre van deze zaak houdt. Dit is ook de positie van Marx en mij. Toen wij onze medewerking beloofden, hadden wij een heus partijorgaan op het oog, en vandaar is onze belofte alleen geldig met betrekking tot zulk een orgaan en niet met betrekking tot mijnheer Höchbergs privé-krant, die moet doorgaan voor partijorgaan. Aan deze zullen wij in geen geval meewerken. Daarom verzoeken Marx en ik u met klem of u zo beleefd wilt zijn er zorg voor te dragen, dat wij niet figureren in de hoedanigheid van medewerkers.
Vertaald uit het Duits