Bron: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, december, 1990, nr. 37
Deze versie: spelling
Transcriptie/HTML en contact: Adrien Verlee, voor het Marxists Internet Archive
| Hoe te citeren? — Graag bronvermelding !
Het was een dag in de lente van 1923, op het station van Caïro, in Egypte. Huda Shaarawi en Saiza Nabarawi stapten uit de trein en deden plotseling de sluier voor hun gezicht af. De vrouwen die hen stonden op te wachten gaven luid applaus en sommigen volgden hun voorbeeld.
Deze actie van de vroege Egyptische vrouwenbeweging was een beetje te vergelijken met de actie van de zeventig Saoedische vrouwen die enkele weken geleden in Riad zelf achter het stuur van hun auto kropen. Na een half uurtje toeren werden zij door de politie gearresteerd. En de regering in Riad, de hartelijke gastheren van Bush & co., heeft inmiddels een wet uitgevaardigd die het vrouwen verbiedt auto te rijden. Zij dienen hun plaats te kennen.
In 1923 lieten Huda Shaarawi en haar lotgenoten door het wegnemen van de sluier duidelijk weten dat hun plaats niet langer in de harem was. Zij eisten hun eigen plaats op midden in de maatschappij. Daarmee sloten ze een fase in hun leven af en gaven ze een voorbeeld voor vele andere vrouwen.
Kolonisering van Egypte Het achterlijke islamitische Egypte werd na 500 jaar Mamelukse overheersing door de veldtocht van Napoleon in 1798 onverwacht weer met Europa geconfronteerd. Egypte was in die tijd onderdeel van het Turkse rijk. In de loop van de negentiende eeuw kreeg het koloniale Europa steeds meer voet aan de grond in Egypte, niet in het minst door de opening van het Suezkanaal in 1869. Een verwrongen modernisering leidde in 1878 tot het bankroet van het land, waarna Fransen en Engelsen zich de controle op de belastinginning toe-eigenden. Egypte begon als reactie nationalistisch te worden en het Arabisch ging het Turks als regeringstaal vervangen. Caïro werd het intellectueel centrum van het land. De spanningen leidden tot een oorlog met Engeland, waarin Egypte in 1882 verslagen werd. Dat resulteerde in zeven decennia Britse overheersing.
Harem, sluier en clitoris-besnijding In dat Egypte werd Huda Shaarawi in 1879 geboren, in Minya. Tegen het eind van haar leven schreef zij haar memoires over het eerste deel van haar leven, in de afgesloten harem. Dat schrijven was een even onthullende daad als het afnemen van de sluier.
Huda werd geboren in een rijke familie. Haar vader was grootgrondbezitter. Ze sprak Turks, Arabisch en Frans. Toen Huda vijf jaar was, stierf haar vader, sultan Pasha. Haar moeder was als slavin door Pasha gekocht, toen hij van Minya in Boven-Egypte verhuisde naar Caïro. Na de dood van de sultan sleet Huda haar jaren in een harem zonder meester. Alleen de neef van haar vader kwam af en toe eens toezicht houden.
De harem was niet wat westerse exotische fantasieën en Hollywoodfilms er vaak van maken. Het was het deel van het huis waar vrouwen en kinderen hun dagelijks leven doorbrachten. Harem betekent ook de vrouw of de vrouwen van een man. Als de vrouwen de afgesloten ruimte van de harem uitgingen, dekten zij hun gelaat toe met een sluier.
De afzondering van de harem en de sluier waren prestigesymbolen, die alleen de rijken zich konden veroorloven. In de steden kwamen de arme vrouwen veel vaker de straat op dan de rijke dames. En daar droegen zij ook een sluier. Op het platteland gebeurde dat niet, daar liepen de vrouwen zonder sluier rond.
De harem en sluier waren dus sociaal bepaald en niet door de godsdienst. Ze hebben niets te maken met de voorschriften van de islam. In de negentiende en begin twintigste eeuw liepen in Egypte joodse, christelijke en islamitische vrouwen gesluierd. Ook de verschrikkelijke clitoris-besnijdenis, waar nog steeds ieder jaar zo’n 1300 Egyptische meisjes aan sterven, wordt door moslims en christenen toegepast. De koptische paus gaf dit bloedig ritueel de volgende aanbeveling mee: “Omdat het de vrouw kuis maakt en van wellust bevrijdt, zodat ze het voorbeeld kan volgen van de Maagd Maria”.
Huwelijk De harem waar Huda opgroeide lag in de nieuwe wijk Ismailiya in Caïro, dichtbij de Nijl. Daar kreeg zij van privéonderwijzers les in de Koran en in de Arabische taal. Europese leraren brachten haar Frans bij, de taal van de hogere kringen. In haar kinderjaren speelde Huda wel met de zonen van vrienden en buren. Maar toen ze zo’n negen of tien jaar werd, was dat afgelopen. Toen ook begon buitenshuis het dragen van sluier en dekmantel.
Op haar dertiende werd Huda uitgehuwelijkt aan een oude neef van in de veertig. Na haar huwelijk bleef ze in haar ouderlijk huis wonen en na een jaar huwelijk volgde een scheiding van zeven jaar.
In die tijd versoepelde het sociale leven van de hogere klassen iets. En Huda’s broer bracht haar in contact met Eugénie Le Brun, die de eerste salon voor vrouwen in Egypte opende. Nadat ze haar huwelijksleven weer had opgevat en twee kinderen had gekregen, zette Huda de salondiscussies voort in ‘openbare lezingen’. Die werden georganiseerd in zalen, die alleen toegankelijk waren voor vrouwen. Ook organiseerde zij met steun van de koninklijke familie een filantropische instelling van vrouwen voor arme vrouwen en kinderen.
Nationalisme en vrouwenstrijd In het begin van deze eeuw was een nieuwe opgang te zien van de nationalistische beweging in Egypte, waarin ook vrouwen actief waren. In die periode nam ook de harem in betekenis af.
De jaren na de eerste wereldoorlog vormden niet alleen in Europa een revolutionaire periode. De revolutie had z’n uitstraling naar Egypte, vooral in het verzet tegen de Britse overheersing. In 1919 werd – ondermeer door Huda’s echtgenoot – de Wafd (delegatie) opgericht als nationalistische organisatie. De leider van de Wafd, Saad Zaghlul, en andere figuren van de nationalistische beweging werden door de Britten gearresteerd en naar de Seychellen verbannen.
Huda zelf werd voorzitster van het centraal comité van de vrouwen van de Wafd. Dat was de eerste politieke organisatie van Egyptische vrouwen, die tot stand kwam op een bijeenkomst van meer dan duizend vrouwen in de kathedraal van Caïro. De vrouwen van de Wafd kwamen zeer duidelijk op voor hun onafhankelijkheid binnen de beweging. Zo protesteerden zij bijvoorbeeld tegen de te slappe resultaten van de onderhandelingen tussen de Britten en de leiding van de Wafd en tegen het feit dat die leiding het niet nodig had gevonden de vrouwen in te lichten.
De drie jaar durende nationale volksopstand met stakingen, demonstraties en boycotacties dwong de Britten Egypte in 1922 een beperkte onafhankelijkheid te geven. De strijd voor nationale onafhankelijkheid en de strijd voor vrouwenbevrijding raakten nauw verweven. Vrouwen organiseerden hun eigen (gesluierde) demonstraties. Hun strijd tegen de Britse koloniale overheersing en tegen harem en sluier betekende niet alleen een strijd tegen de onderworpenheid aan mannen, maar tastte ook de scheidslijnen aan tussen vrouwen uit verschillende sociale klassen. De eerste Egyptische vrouw die in deze nationalistische strijd door Britse kogels om het leven kwam, was de arbeidster Shafiqa bint Muhammad.
Huda Shaarawi bleef actief in de leiding van de vrouwenbeweging in Egypte tot haar dood in 1947. In 1922 was haar echtgenoot overleden. Huda brak met de Wafd, maar zette zich in voor de Egyptische Feministische Bond, die ze in 1923 had opgericht en die ze op vele internationale bijeenkomsten vertegenwoordigde. De organisatie was actief betrokken bij de strijd voor vrouwenstemrecht en probeerde arbeidsters in de steden en op het platteland te organiseren. De organisatie probeerde ook de internationale vrouwensolidariteit in de Arabische wereld te versterken, ondermeer door het verlenen van steun aan Arabische vrouwen in Palestina.